Van de gehele valkenfamilie is de Torenvalk in onze regio wel de meest voorkomende. Naast de Torenvalk hebben wij in ons veenweidegebied het Smelleken (zeldzaam tijdens vogeltrek), de Boomvalk (zeldzame broedvogel) en de Slechtvalk (nestelt in de PTT-toren in Alphen).

De Torenvalk is goed herkenbaar aan zijn lange staart, maar vooral aan het “bidden”. De valk heeft hier geen contact met een opperwezen. De Engelse term ‘bird of prey’ is hier door ons iets te letterlijk vertaald. In werkelijkheid ziet de vogel op die manier iedere beweging op de grond. Een onvoorzichtige muis – zijn hoofdvoedsel – is zodoende een makkelijke prooi. Torenvalken zien wij vaak jagen in de wegbermen. Die bevatten momenteel meer muizen dan onze graslanden. Een Torenvalk vangt 3 à 4 muizen per dag. Vandaar dat boeren en volkstuinders graag een nestkast op hun erf ophangen.

De Torenvalk in het Groene Hart broedt in speciaal voor hen gefabriceerde kasten. Vroeger broedden de vogels veel in kerktorens. Vandaar de naam Torenvalk. Vanwege overlast door duiven en kauwtjes zijn de meeste kerktorens dichtgezet met gaas. Zowel de Kerkuil als de Torenvalk zijn daardoor op zoek gegaan naar alternatieven.

In het Irenebos hangt sinds dit jaar ook een Torenvalkkast. Het wordt afwachten of de valk volgend voorjaar gebruik gaat maken van deze luxe woning.

Torenvalk (vrouw)

Nestkast van Torenvalk

Torenvalk (man) – Foto’s: Stef Strik