Foto: Gert-Jan Pieterse

Eén van de eerste voorjaarsbloeiers is het Klein hoefblad. De gele bloemen bloeien op de stengel, nog voordat de bladeren tevoorschijn komen. Omdat er zo vroeg in het voorjaar vaak nog onvoldoende insecten aanwezig zijn speelt de wind een belangrijke rol bij de kruisbestuiving tussen de mannelijke en vrouwelijke bloemetjes, die op hetzelfde bloemhoofdje zitten.

De Latijnse naam van Klein hoefblad “Tussilago farfara” is afgeleid van tussis (hoesten) en agere (verdrijven). Het hoefblad is vroeger gebruikt als middel tegen hoesten.

Foto: Stef Strik

Deze maand zijn de bloemen van het Groot hoefblad ook tevoorschijn gekomen. Het grotere broertje van Klein hoefblad uit de composietenfamilie. Ook hier komen de bloemen (roze) in een aar uit de wortelstok uit de grond. De bladeren volgen later. In de Middeleeuwen werd Groot hoefblad Filiae ante Patrem genoemd, hetgeen betekent dat de dochters (de bloemen) voor de vader (de bladeren) tevoorschijn komen.

Zowel Klein als Groot hoefblad zijn in onze omgeving, zoals in het Zegerslootgebied, volop te vinden. Het Groot hoefblad geeft de voorkeur aan vochtige plaatsen, langs het water. Klein hoefblad staat vooral in de bermen en omgeploegde grond. Inmiddels is het klein hoefblad vrijwel uitgebloeid en verschijnen er pluizenbolletjes (zaden).