Uitleg over de opbouw en gebruik van het grote insectenhotel
Voor de renovatie van dit insectenhotel hebben wij een inrichtings- en onderhoudsplan opgesteld. Het hotel biedt nu aan veel meer soorten insecten huisvesting. Voorheen was het hotel alleen geschikt voor metselbijen. Nu hebben wij ook vakken gereserveerd voor zandbijen, maar ook voor kevers, oorwurmen, pissebedden, vlinders en sprinkhanen. Insecten vinden hier niet alleen nestgelegenheid, maar ook mogelijkheid om te overwinteren.

Vak 1: dakpannen met zavel en fijn aanmaakhout
Zavel is een mengsel van leem, klei en zand. Alleen leem wordt keihard als het vochtig is, zavel blijft relatief zacht. De zandbijen en graafwespen kunnen zelf hun nestgelegenheid graven. De wanden storten niet in zoals bij zand. De dakpannen reguleren het vocht. Teveel vocht wordt opgenomen en bij droogte afgegeven. Het aanmaakhout biedt larven en (micro)vlinders de gelegenheid te overwinteren.
Vak 2 en 9: Grof aanmaakhout
Dit biedt insecten (larven) de gelegenheid te overwinteren. Zoals (struik)sprinkhanen, kevers, wespen, (nacht)vlinders e.d. Tevens kunnen de dwergmuizen hier hun winterverblijf maken.
Vak 3 en 10: gevuld met opgerold ribbelkarton
Dit is kraamkamer en overwintering voor lieveheersbeestjes. Ze kruipen graag tussen de ribbels. De larven zijn belangrijk voor de tuin omdat ze heel veel bladluizen opeten.
Vak 4 en 11: Doorzichtige plastic buizen
Via de luiken aan de zijkant is te zien hoe de metselbijen hun kraamkamers gemaakt hebben en de ontwikkeling van ei – larve – pop – bij is te volgen.
Vak 5, 8, 13, 14 en 17: schijven hout met gaten, riet, bamboe en stengels vlinderstruik en vlier
Metselbijen, behangersbijen, goudwespen, hongerwesp en urntjeswesp. Elke soort heeft zijn eigen voorkeur voor een specifieke diameter ingang, vandaar de variatie.
Vak 6: Turfblokken
Voor de sier en variatie.
Vak 7: potjes met stro
De lievelingsplek van de oorwurmen. Oorwurmen houden van een vochtige, donkere leefomgeving en maken hier graag gebruik van als woning en kraamkamer. Net als lieveheersbeestjes eten ze bladluizen.
Vak 12: “sigaren” plankjes
Zie vakken 5, 8, 13, 14 en 17. De plankjes worden 1x per jaar geleegd en schoongemaakt. Dan is te zien hoe de poppen er uit zien en het verschil tussen mannen en vrouwen. Ook de parasieten zullen aanwezig zijn.
Vak 15: potjes met zavel
Zie vak 1
Vak 16: berkenstammen
De bast wordt door de dwergmuizen gebruikt voor hun winterverblijf. Verder beschutting voor de winter.
Vak 18: stenen gevuld met kokosvezel
Nestgelegenheid en overwintering voor gaasvliegen. Gaasvliegen worden door de roodbruine kleur aangetrokken.
Vak 19: houtstammen
Metselbijen, behangersbijen, goudwespen, hongerwesp en urntjeswesp. Elke soort heeft zijn eigen voorkeur voor een specifieke diameter ingang, vandaar de variatie.
Onderhoudsplan
