Ondanks de regen toch genoten en veel geleerd
Het weer zat niet echt mee, toch genoten de belangstellenden, die de vrouwtjes-otter op zondagmiddag 3 juli vergezelden naar haar geboorteplaats op de Nieuwkoopse Plassen, volop van de tocht. En ze deden ook aardig wat kennis op over het wel en wee van het grootste waterroofdier in de Rijn- en Veenweiden.
Zo laten Wiel Arets en Wijnand Dijkstra, schippers bij Natuurmonumenten BE Nieuwkoopse Plassen, om beurten weten dat de otter een superieure jager is, volledig aangepast aan het water. Toch stierf de otter in ons waterrijk gebied eind vorige eeuw uit. De laatste werd in 1988 bij Joure (Fr) doodgereden. Decennia van milieuvervuiling, jacht, toenemend verkeer en steeds meer obstakels in hun leefgebieden zoals waterwerken en gevaarlijke fuiken, was de soort fataal geworden.
Vanaf 2002 volgde een herkansing. In ons grootste laagveenmoeras, Nationaal Park Weerribben-Wieden, werden nieuwe otters uitgezet, afkomstig uit Wit-Rusland, Letland, Polen en verschillende fokprogramma’s. Al snel voelden de otters zich hier uitstekend thuis. En tot ieders verrassing werden al na het eerste jaar jongen geboren.
Foto: Ria van Oeveren
Spraints
Wiel: “Fijn is dat zowel de vrouwtjes als mannetjes zich op steeds meer plekken in ons land weer thuis voelt. Ze zijn wel erg schuw en vooral ’s nachts actief, vandaar dat je de kans dat je een otter zelf spot nihil is. Ook wij hebben ze alleen nog maar op camerabeelden gezien, die wij her en der geplaatst hebben en regelmatig uitlezen. Wel treffen we vaak spraints aan – een mooi woord voor poep – die te vinden zijn tussen twee wateren in of op een verhoging, zoals een boomstam, steen of steiger.”
“Vis is de hoofmoot van de maaltijd van een otter”, vervolgt Wijnand. “Maar ze eten ook ratten, amficieën, watervogels, krabben en insecten. Maar sommigen specialiseren zich ook in voedsel dat ruimschoots voorhanden is. Zoals de Amerikaanse rivierkreeft”. Hij laat een spraint zien, die hier en daar rood is gekleurd en hij even op een dakpan heeft ‘veilig’ gesteld voor onderzoek.
Leefgebieden
In Nieuwkoop blijkt uit sporen die onderzocht zijn door Wageningen University & Research dat er slechts 1 dominant mannetje leeft met wat vrouwtjes. Er worden wel jonge mannetjes gespot, echter zoals in de dierenwereld gebruikelijk is, moeten zij zodra zij groot genoeg zijn en voor zichzelf kunnen zorgen, op zoek gaan naar een ander leefgebied.
De Nieuwkoopse Plassen blijken een kraamkamer voor de otters te zijn. Van hieruit vestigen zij zich nu in andere gebieden, wat goed is voor de verspreiding en daarmee voor de toekomst van de otters in het Groene Hart. Echter, die verspreiding vormt ook een probleem. Otters kunnen bijna niet zien en omdat ze zich dus ’s nachts verplaatsen worden zo’n 80% van alle jonge mannetjes in Nederland doodgereden. Vandaar dat Natuurmonumenten blij is dat onder de Uitweg in Woerdense Verlaat en onder de Ziendeweg in Aarlanderveen met medewerking van de desbetreffende gemeenten, waaronder Alphen aan den Rijn, zogeheten fauna-passages zijn aangelegd. Dit zijn droge buizen van de ene naar de andere kant van de weg. Hier kunnen otters doorheen. Deze buizen worden op logische plekken in het landschap neergelegd.
Overigens zwemmen de otters niet veel. Ze kunnen namelijk maar 4 minuten onder water blijven. Ze maken gebruik van slootkanten om te wandelen.
Zo kunnen ze op een nacht wel 25 km afleggen. Dus als in het verlengde van een slootkant een buis wordt aangelegd, kunnen ze eenvoudig de weg kruisen.” Er zijn nu otters gespot langs de Wiericke in Nieuwveen, de Reeuwijkse Plassen en de Kamerikse Nessen. Deze blijken dus afkomstig uit de Nieuwkoopse Plassen. Gehoopt wordt dat er op een gegeven moment ook otters opduiken in de Biesbosch.
Wijnand Dijkstra: “We treffen vaak spraints aan – een mooi woord voor poep – waaruit we kunnen opmaken, dat er een otter is geweest.”
Foto: Ria van Oeveren