In Zegersloot-Noord, dus ook in de tuin van het Bezoekerscentrum De Veenweiden, komt de ringslang voor. Deze waterslang houdt zich goed schuil tussen waterplanten en oevervegetatie. Alleen als het minder warm is en de slang nog in het vroege zonnetje ligt op te warmen op een open plek, kun je zo ineens oog in oog staan met dit prachtige reptiel.

Het gaat in dit deel van Alphen aan den Rijn om een kruising tussen de Oostelijke en Gevlekte ringslang (natrix natrix persa x natrix helvetica). De Oostelijke ringslang is een invasieve exoot, die hybridiseert met de inheemse Gevlekte ringslang (helvetica). De oostelijke soorten zijn in het verleden vanuit particuliere terraria uitgezet.

De ringslangen in de omgeving van het bezoekerscentrum zijn duidelijk herkenbaar aan de witgele strepen over zijn rug.

Ringslangen zijn ongevaarlijk. Ze kunnen wel bijten, maar zijn niet giftig.

Oostelijke ringslang in Zegersloot (foto: Stef Strik)

Verspreiding oostelijke ringslang (bron: RAVON)

Ringslangen maken bij de voortplanting gebruik van zogenoemde broedhopen. Dat zijn hopen met plantenresten, het liefst waar wat broei in zit. Daardoor blijft het vaak warm in zo’n hoop waardoor de eieren (20-30) na een paar weken vanzelf uitkomen. Ook voor het overwinteren (winterslaap) maakt de slang gebruik van dit soort hopen. In Zegersloot worden hier en daar expres slangenhopen aangelegd om overwinteringsplaatsen voor deze soort te creëren.

De slangen kunnen ruim een meter lang worden en vervellen een aantal maal per jaar. Op het menu van de slangen staan voornamelijk kikkers en padden.