Het is weer volop te zien: de bloeiende sleedoorn. De sleedoorn is nauw verwant aan de meidoorn. Beide struiksoorten uit de rozenfamilie (Rosaceae).
De sleedoorn is één van de eerst bloeiende struiken in het voorjaar. De witbloeiende struiken staan vaak langs bosranden. Vanwege de stekels werden de struiken vaak om boomgaarden of als afscheiding gebruikt om veevraat te voorkomen. De Latijnse naam is Prunus spinosa, spinosa betekent ‘stekelig’.
De vroege bloei van de sleedoorn komt goed van pas voor vroeg vliegende insecten, zoals hommels en solitaire bijen. Deze kunnen in de bloesem dan al nectar vinden.

Bloeiende sleedoorn (foto: Stef Strik)

In het najaar draagt de sleedoorn blauwe vruchten. Deze zijn op dat moment weer voedsel voor veel vogels, vooral lijsterachtigen. Wie een sleedoornbes plukt en proeft zal de zure smaak niet snel vergeten. Pas als de eerste vorst erover is geweest worden de vruchten zoeter. Wil men sleedoornjam maken, zonder dat er vorst is geweest, leg de bessen dan eerst even in de vriezer. De jam blijft echter een zuurachtige smaak behouden.

Sleedoornbes (foto: Stef Strik)